Meer licht. Leven bloeit bij het raam
Kamerplanten moeten zo helder mogelijk worden geplaatst, bij voorkeur direct bij het raam of op de vensterbank. Al op een meter afstand van het raam is de lichtintensiteit slechts ongeveer de helft. Te weinig licht doet de scheuten verdorren, de bladeren vergelen en afvallen en de plant als geheel gaat achteruit. Als u een plant toch als ruimteverdeler of op een muur verder van het raam wilt plaatsen zonder dat de bladeren en bloemen gaan hangen, is het zinvol een bloemlamp te plaatsen. U kunt het licht het beste koppelen aan een tijdschakelaar die het natuurlijke licht-donkerritme volgt

Alles stroomt. Water om te groeien
Tijdens het groeiseizoen moet de plant vaker water krijgen. De frequentie van het water geven hangt af van de behoeften van de plant en de omgevingsfactoren zoals temperatuur en vochtigheid. Controleer de planten regelmatig; u kunt het beste met uw vinger testen hoe droog de grond is voordat u water geeft. Bij hoge potten kan een vochtmeter helpen om te controleren of de kluit nog voldoende vochtig is. Giet overtollig water na ongeveer een half uur af. In de winter vertraagt de groei - omdat er minder water verdampt, is er minder water nodig. De watertoevoer moet altijd worden aangepast aan de kamertemperatuur: hoe koeler, hoe zuiniger.

Winterrust. Nooit in droge lucht
Het wordt koud buiten en de kachels worden binnenshuis hoger gezet. De meeste planten houden echter helemaal niet van droge verwarmingslucht; ongedierte zoals trips en spint verspreidt zich graag in droge binnenlucht. Voorkom dit door de luchtvochtigheid in verwarmde ruimtes te verhogen, bijvoorbeeld door open waterbakjes op radiatoren of vensterbanken te plaatsen of door speciale keramische bevochtigers aan de radiator te hangen. Als de planten warm worden gehouden, is één bemesting per maand gedurende de wintermaanden voldoende; in koele ruimtes worden kamerplanten helemaal niet bemest tot het voorjaar.

De cirkel is rond. Tijd voor voorjaarssnoei
In de maanden met weinig licht en warme verwarmingslucht ontwikkelen veel kamerplanten te lange, zwakke scheuten. Deze moeten in het voorjaar worden teruggesnoeid om opnieuw een sterke, gedrongen groei mogelijk te maken. U kunt de afgeknipte uiteinden van de scheuten gebruiken als stekken voor het opkweken van nieuwe planten. Voor het wortelen legt u de scheuttoppen in een los, doorlatend, voedselarm substraat of gewoon in een glas water. Zodra zich een "wortelbaard" heeft gevormd, de stek verpotten in een grotere bak en laten groeien en bloeien. Waar? Op een lichte vensterbank natuurlijk.