Suèdeleer, in de Engelstalige wereld ook wel "suède" genoemd, is een van de ruwe leersoorten en wordt gemaakt van de huiden van verschillende diersoorten. Meestal is het afkomstig van gedomesticeerde dieren zoals runderen, kalveren, varkens, geiten of schapen, iets minder vaak van vrijlevend wild zoals herten. Ofwel wordt de van nature ruwe achterkant van het leer verwerkt tot velours, ofwel wordt het leer naar beneden gesplitst, waardoor twee ruwe kanten ontstaan. De term "suède", die vaak ten onrechte als synoniem wordt gebruikt, komt voort uit het feit dat in het verleden veel vaker wilde huiden werden gebruikt om suède te maken. Door de vleeszijde te gebruiken, konden beschadigingen aan de nerfzijde - zoals verwondingen door geweien, doornscheuren of tekenbeten - worden verborgen.

De term "velours" komt uit het Frans en betekent "fluweel", wat het gevoel van suède treffend beschrijft. Tijdens de verwerking wordt de ruwe kant van het leer afgeschuurd, zodat een langvezelig, zacht, licht korrelig oppervlak ontstaat. Suède wordt gebruikt voor schoenen, kleding, handschoenen, tassen en kleine lederwaren. Afhankelijk van welke dierenhuiden tot suède worden verwerkt, verschillen de eigenschappen enigszins - alle suède wordt gekenmerkt door een zacht, warm gevoel. Bij koeiensuède zijn de vezels wat grover, terwijl kalfs- en geitensuède aanzienlijk fijnere vezels hebben - Bij goed onderhoud is suède robuust en duurzaam. Kalfs- en geitensuède zijn bijzonder slijtvast. Daarom zijn ze ideaal als bovenleer voor bijvoorbeeld schoenen en jassen. Beide suède leersoorten zijn ook veel sterker dan varkenssuède. Suède is zeer goed ademend dankzij de open poriën, zodat vocht gemakkelijk kan worden afgevoerd. Daarom wordt het vaak gebruikt als materiaal voor sportschoenen en handschoenen - Een kenmerkende eigenschap van suède is het "schrijfeffect". Als je over het oppervlak strijkt, verandert de richting van de vezels, waardoor een zichtbare lijn ontstaat. Nubuckleer, dat ook tot de suèdesoorten behoort, wordt gekenmerkt door soortgelijke eigenschappen. Bij nubuckleer wordt echter de nerfzijde van het leer geschuurd in plaats van de vleeszijde. Hierdoor blijft de natuurlijke nerf behouden en de resulterende pool is veel fijner en zelfs iets fluweliger dan suède.