De smaak en bewaarbaarheid van groenten en fruit uit eigen tuin worden niet alleen beïnvloed door het ras, de bemesting en het verloop van het seizoen, maar ook door andere factoren - waaronder het juiste oogsttijdstip, dat in het geval van appels bijvoorbeeld te zien is wanneer de eerste (gezonde, d.w.z. niet door wormen aangevreten) vruchten van de boom vallen. Bewaarde groenten moeten zo lang mogelijk op het bed blijven liggen, want hoe langer ze daar kunnen rijpen, hoe voller hun smaak uiteindelijk is en hoe beter ze kunnen worden bewaard. Voor veel vruchten - zoals appels, noten of kweeperen - is luchtige bewaring op houten roosters optimaal. Aardappelen blijven het langst vers in een donkere, koele bewaarplaats met een hoge luchtvochtigheid.

Groenten zoals wortelen, rode bieten, rapen, knolselderij, schorseneren of radijzen blijven tot het volgende voorjaar eetbaar als zij in lagen in houten kisten of andere bakken worden gelegd en met vochtig zand worden bedekt. Ook hier wordt een koele, vochtige ruimte aanbevolen als plaats voor de containers. Er blijft één taak over - de opgeslagen vruchten tijdens de winter regelmatig controleren op druk en verrotting en de beschadigde exemplaren verwijderen.