September is de tijd voor het oogsten van uien. Om ze maandenlang te kunnen bewaren, mogen de uien niet te vroeg uit de grond worden gehaald en moeten ze goed kunnen rijpen.

Het is nodig:
Gereedschap en toebehoren: graafvork, sisal- of jutetouw, oogst- en transportbakken, kisten met een lattenbodem die voor een goede luchtcirculatie zorgt.

• Oogst de uien pas wanneer het loof droog wordt (vanzelf). Als de bollen na een regenachtige zomer nog groen zijn, til ze dan lichtjes op met een spitvork. Dit scheurt een groot deel van de wortels en versnelt de rijping. Het loof niet buigen of vertrappen voor dit doel; bij dergelijke uien treedt "noodrijping" op en zij zijn – net als te vroeg geoogste uien – niet lang houdbaar in de opslag.
• Laat de geoogste uien rijpen op een zonnige, tegen regen beschutte plaats zodat de schil hard wordt (en de bewaarbaarheid dus wordt vergroot). In periodes zonder regen en sterk zonlicht, gewoon op het bed laten liggen gedurende zes tot tien dagen, anders drogen onder een afdak.
• Voor het nadrogen kiest u een luchtige, bij voorkeur schaduwrijke plaats waar de uien langzaam drogen. Door te snel en te warm drogen kunnen de buitenste vliezen barsten. Hang de uien in bundels of gevlochten in vlechten of leg ze losjes in dozen.
• Wanneer het loof volledig droog is, verwijdert u de losse vliezen en wortelresten. Bij uien die in kisten zitten, verwijdert u ook de loofresten.
• Sorteer beschadigde uien uit voor gebruik in de nabije toekomst.
• Voor de volgende opslagperiode van enkele maanden Plaats de resterende oogst in kisten die een goede luchtcirculatie garanderen. Controleer de opgeslagen oogst van tijd tot tijd op rotte of uitgelopen uien.