Kasjmier deken visgraat

Kasjmier wordt niet voor niets beschouwd als het kostbaarste haar van allemaal. Als natuurlijke vezel is het heel fijn, extreem zacht, verwarmend en verrassend licht. Wij gebruiken de beste ongebleekte en ongeverfde kasjmier voor onze dekens. De grondstof hiervoor komt uit China en Mongolië, de donkere kleuren komen uit Iran en Afghanistan. De vezellengte is ongeveer 32 tot 34 millimeter met een vezeldefijnheid van 16,5 micrometer. Het percentage naalden is slechts ongeveer 0,2 tot 0,3 procent.

Het kasjmiergaren wordt gesponnen in Biella, Italië. Het Duitse Weberei Hohenberger gebruikt het om deze dekens in klassieke visgraatkeper te weven. Er wordt altijd witte kasjmier gebruikt in de ketting en kasjmier in bruine of grijze tinten in de inslag. De franjes zijn daarom wit op alle drie de dekens. In de bruine dekens zijn de kasjmiervezels volledig ongebleekt en ongeverfd geweven; de grijstinten worden gecreëerd door ze te mengen met zwartgeverfde vezels in de kudde. De dekens die van dit kostbare natuurlijke haar zijn gemaakt, worden uitsluitend mechanisch bewerkt, niet chemisch: na het wassen en vollen worden ze gedroogd en vervolgens licht opgeruwd op natuurlijke distels. Door hun uitzonderlijke fijnheid vereisen onze kasjmier dekens een voorzichtige behandeling: wrijf er niet over, trek er niet aan en wring ze niet uit. Als ze nat zijn, moeten ze altijd worden uitgespreid om te drogen.

Een materiaal op zich is geen teken van kwaliteit - beschrijvingen als "echt" leer, "zuivere" zijde "gemaakt van zuiver kasjmier" kunnen heel goed inferieure grondstoffen verhullen, gemengd met een verscheidenheid aan chemische additieven. De resulterende producten zijn dan van twijfelachtige waarde. Daarom is het belangrijk dat we goed kijken waar de grondstof vandaan komt en welke kwaliteit deze heeft. Hiervoor zijn vier criteria.Oorsprong Kasjmir ontleent zijn naam aan de gelijknamige geografische regio op de grens tussen India, Pakistan en China. Vandaag de dag zijn de producerende landen China en Mongolië, Afghanistan, Iran, Turkije en, meer recent, Nieuw-Zeeland en Australië.En productie Alleen geiten leveren de waardevolle grondstof, de kasjmiervezel. De dieren beschermen zichzelf tegen de extreme kou en vochtigheid met een vacht gemaakt van lang, stug bovenhaar - het donshaar - en het gladde, veel zachtere en verwarmende donshaar eronder, dat donshaar wordt genoemd. Alleen het donshaar is echt waardevol en zeer kostbaar, en hoe fijner het is, hoe zwaarder de omgevingsomstandigheden zijn voor de kasjmiergeiten - kasjmiervezels uit gematigde klimaten zijn vaak van mindere kwaliteit. Het begeerde fijne donshaar wordt niet geschoren, maar zorgvuldig met de hand uitgekamd in een ingewikkeld proces. Een dier produceert slechts ongeveer 100 tot 200 g donshaar per jaar, dat na het kammen grondig wordt gereinigd en op kleur wordt gesorteerd - in verschillende natuurlijke tinten van donkerbruin tot grijs en beige tot bijna zuiver wit.