Mayser produceert deze pet in de vorm van de klassieke schuifpet, waarvan de stof allesbehalve gewoon is. Het begint met de wol, die afkomstig is van schapen uit de Schwäbische Alb. In de kamspinnerij in Zwickau worden er veelkleurige garens met een prachtig gemêleerd effect van gesponnen. Deze worden vervolgens verwerkt tot stoffen in de weverij Zuleeg in Opper-Franken, die uiteindelijk worden afgewerkt bij Knopf's Sohn - ook gevestigd in Opper-Franken en toonaangevend in Europa. Maar niet alleen de stof is indrukwekkend, ook het vakmanschap. Mayser richt zich traditioneel op een goede pasvorm. Dit wordt niet in de laatste plaats bereikt door figuurnaden achter op het hoofd.

Toen Leonhard Mayser in 1800 zijn "Hutmacherey" in Ulm opende, kon hij zich nauwelijks voorstellen dat Mayser-hoeden ooit een wereldmerk zouden worden, met een jaarlijkse productie van 3,5 miljoen stuks in 1963, een recordjaar (tot op heden ongeëvenaard). Vandaag de dag liggen de productiecijfers veel lager, maar Mayser mag zich nog steeds een wereldmerk noemen met afzetmarkten in 44 landen. Het geheim van het succes van het bedrijf in Lindenberg in de Allgäu, het voormalige "kleine Parijs" van de hoedenmode, is al meer dan twee eeuwen hetzelfde gebleven: Kwaliteit. Terwijl ontwerp, inkoop en verkoop nog steeds in de Allgäu plaatsvinden, werd de productie in 2002 verplaatst naar Slowakije. Mayser bouwde daar zijn eigen fabriek en leidt ook zijn eigen personeel op.