Heren capuchonjas Deerskin

Deze ongewone jas met kap is gesneden als een anorak, waarbij zeemgelooid hertenleer is gebruikt op een weelderige, bijna uitbundige manier. Deze weelde aan materiaal wordt gevolgd door Hack's overeenkomstige aandacht voor detail in de afwerking. De ritsen, drukknopen, koordstoppers en oogjes zijn niet alleen van metaal, deze laatste zijn ook met koeienhuid bekleed. De rompvoering is een stevige katoenen keper, terwijl een viscose keper mouwvoering het aantrekken vergemakkelijkt.

Achter Hack Lederware staat Christoph Hack, oprichter en fijn lederbewerker met een eigen atelier in Keulen. Hij werkt al tientallen jaren met een grote verscheidenheid aan leersoorten, waardoor hij een schat aan ervaring heeft opgedaan die doorwerkt in het ontwerp van de kledingstukken. Hack verwerkt bijvoorbeeld alleen leer met natuurlijke oppervlakken uit Duitsland, Italië en Scandinavië tot slijtvaste, functionele kleding en eenvoudige accessoires. De modellen van koeienhuid, paardenhuid en hertenhuid documenteren sporen van het leven van een dier, zoals insectenbeten of doornscheuren. Hun patina, dat zich ontwikkelt door beweging en veelvuldig dragen, is uitdrukkelijk gewenst omdat het bewijst dat het lederen kledingstuk met eer mag verouderen. Juist dit natuurlijke verouderingsproces geeft Hack jacks hun unieke "gezicht". Ze worden samengesteld in het hoofdkantoor van Hack in Keulen en in een Pools partnerbedrijf.

De zeemlooiing van hertenleer is een van die eeuwenoude looiprocessen die ongeëvenaard mooi en duurzaam leer opleveren. Gems gelooid hertenleer is zacht, warm, voelt bijna wollig aan en is temperatuur regulerend. De omzetting van de eiwitvezel van de huid in ledervezel berust op de oxidatie van dierlijke vetten en tranen, die tussen de vezels worden gewerkt. De kleur wordt in verschillende stappen met de hand aangebracht, en het leer vertoont aan de snijkanten altijd nog de gele achterkant die typisch is voor dit type looiing. Wij betrekken het van de traditionele Saksische looierij Müller in Nossen, opgericht in 1830.