Bladluizen behoren tot de belangrijkste plagen in tuinen en landbouw. Bij voorkeur bij warm, droog weer vermenigvuldigen ze zich als een epidemie en koloniseren ze in grote aantallen scheuten, knoppen en bladeren van bijna alle nuttige en sierplanten. Zij voeden zich hoofdzakelijk met de koolhydraatrijke plantensappen, die zij met hun lange proboscissen rechtstreeks uit de plantensapbuizen halen. De belangrijkste periode van aantasting is het late voorjaar en de vroege zomer.

Het is nodig:

1. Gereedschap en toebehoren: (huishoudelijke) spuitfles, plantenspuit, zeef, eventueel trechter, gieter, folie of papier om de grond af te dekken indien nodig, emmer of andere bak om de plantenbouillon voor te bereiden, nest- en voederplaatsen voor bladluisdodende dieren (nuttige insecten).
2. sprays: neutrale zeep, Niem-preparaten, plantenbouillon van brandnetels of wormvarens.

• Door het doorboren van het plantenweefsel krullen de aangetaste bladeren om, ontluiken de knoppen zich niet, stagneren de scheuten en wordt de algehele groei geremd.
• Bladluizen scheiden grote hoeveelheden suikerhoudende uitwerpselen af, honingdauw genaamd, die de bladeren bedekken met een kleverige film en leiden tot vervuiling door stof en kolonisatie door schimmelsporen. Het bladoppervlak dat in staat is tot fotosynthese wordt verkleind en de groei van de plant wordt daardoor geremd.
• Door te zuigen kunnen bladluizen virusziekten van plant tot plant overbrengen, wat bijvoorbeeld in de aardappelteelt een groot probleem is.

• Bij de toepassing van sprays (hier worden alleen ecologisch veilige sprays besproken) is het in het algemeen belangrijk direct na de behandeling direct zonlicht te vermijden en vooral de onderkanten van de bladeren te behandelen, omdat zich daar de meeste dieren bevinden.
• Bij een lichte aantasting zonder grote schade is het vaak voldoende om de aangetaste plantendelen met een harde waterstraal te besproeien.
• Een oud huismiddeltje voor middelzware aantastingen is een oplossing van zachte zeep zonder synthetische ingrediënten (neutrale zeep). Los een klodder ter grootte van een walnoot op in lauw water - bij voorkeur rechtstreeks in een spuitfles - en besproei de aangetaste delen van de plant er dagelijks mee. In veel gevallen, bijvoorbeeld met potplanten op het terras en balkon, is deze maatregel zeer doeltreffend en volstaat hij. Indien nodig, bedek de grond om te voorkomen dat de zeepoplossing verder doordringt.
• Plantenbouillons gemaakt van brandnetels of wormvarens** helpen ook bij matig zware aantastingen. Laat een kilo plantmassa ten minste 24 uur weken in 5 tot 10 liter water en verstuif de resulterende bouillon onverdund. Giet door een zeef bij het vullen in de spuit.
• Bij zwaardere aantastingen zijn Niem-preparaten doeltreffend gebleken. Extracten van de Niemboom zijn van zuiver biologische oorsprong en hebben een breed effect op een verscheidenheid van plagen zonder de nuttige insecten in gevaar te brengen. Er zijn geschikte preparaten in de handel verkrijgbaar; bereid de spray voor en breng hem aan volgens de bijgevoegde instructies.

De belangrijkste natuurlijke vijanden van de bladluis zijn lieveheersbeestjes en hun larven, de larven van zweefvliegen en gaasvliegen, sluipwespen, oorwurmen, diverse kevers, roofwantsen, sommige spinnen en vogels. Door deze zogenaamde nuttige insecten in de tuin te bevorderen en te vestigen - door nest- en overwinteringsplaatsen aan te bieden en de geschikte voedselplanten aan te bieden - kunnen bladluizen zeer doeltreffend worden bestreden.